De snelle groei van mosterd zorgt voor een zeer goede grondbedekking. In de zomer trekken de gele bloemen tal van nuttige insecten aan. Mosterd wordt ook veel gezaaid in de nazomer als groenbemester die bij vorst afsterft.
Mosterd is een kruisbloemige plant. Gezaaid in het voorjaar bloeien de kleine gele bloemen in de zomer. Door de snelle groei van de bladmassa geeft het een zeer goede grondbedekking. Als groenbemester, gezaaid in de nazomer (augustus-september), produceert mosterd in korte tijd veel organische stof. Het gewas heeft een stevige penwortel die de grond tot zo’n 70 cm doorworteld. Een belangrijke eigenschap van mosterd is dat het gewas gemakkelijk stikstof opneemt en die, als ondergespitte groenbemester, in de grond vrij geeft voor een volgende teelt.
Mosterd stelt niet veel eisen aan de grond. De grond moet voor het zaaien wel goed losgetrokken en verkruimeld worden. De rijenafstand is 10-25 cm en de zaaidiepte 2-3 cm. Omdat er zich een omvangrijke bladmassa vormt, wordt het gewas beter eerst gemaaid om het vlot te kunnen onderwerken. Mosterd is sterk vorstgevoelig en vriest gemakkelijk af.