Wegwijs in sla
Er zijn veel verschillende slatypes. Het blad is mals tot stevig, rond of gekruld, groen tot rood. Er wordt een krop gevormd of losse bladen. Van in het vroege voorjaar tot in de nazomer kun je sla zaaien. Er kan dus eigenlijk doorlopend worden geoogst. Zaai regelmatig kleine hoeveelheden en gebruik voor de variatie verschillende types.
Het zaaien kan al vroeg in het voorjaar aanvangen in potjes, met enkele zaden in een potje dat tot aan de opkomst van het zaad afgedekt wordt met plastiek. De jonge plantjes worden in de volle grond op 25-30 cm van elkaar uitgeplant. Vanaf midden april kan er in de volle grond ter plaatse worden gezaaid. Belangrijk, zeker in de volle zomer, is dat de eerste dagen na het zaaien de temperatuur niet te hoog oploopt: 15 tot 18 graden is ideaal, want boven de 20 graden verloopt de kieming minder vlot. De slaplantjes worden uitgedund tot op 25-30 cm van elkaar uitgeplant. De plantjes die wat te dicht staan kunnen nog worden uitgeplant. Dat zal een kleine groeivertraging veroorzaken, maar brengt tevens wat spreiding in de oogst. Bezit je op het einde van de zomer nog wat restanten zaad, zaai die, vrij dik, uit in rijtjes.
De bekendste sla is de kropsla of botersla. Ze vormt een zachte krop. Hiervan bestaat ook een rode variant: de variëteit "Wonder der vier jaargetijden", waarvan het blad nog iets malser is. Lollo rossa en lollo bionda zijn echte krulsla's. Ze zijn bolvormig en hebben een fijn decoratief blad. Tussenin zitten de batavia- en ijsbergsla. Sla met een wat dikker, wat gekruld en krokant blad. De variëteit "Babylon" heeft een roodgetint blad. Heel gebruiksvriendelijk is het slamengsel "Maxi Mix", een zadenmengsel uit te zaaien in rijtjes dat binnen enkele weken een kant en klaar gemengde salade op tafel brengt. Naast sla zit daar ook wat andijvie en groenlof tussen. Tenslotte is er ook het mengsel "Thai Mix", een kleurrijk en pittig mengsel van Aziatische bladgroenten om jong te oogsten en te mengen onder andere salades.