Veldsla: een gezonde wintergroente
Het zaaien gebeurt op rijtjes die zo'n 15 cm uit elkaar liggen. De zaden worden ondiep gezaaid in een aangedrukte grond. Bij droog weer helpt het afdekken van het zaaibed met jutezakken die men vochtig houdt tot de zaden gekiemd zijn. Grotere planten staan best niet te dicht op elkaar: zorg voor minstens een 5-tal cm tussen de planten in een rij.
Veldsla kan onder glas zelfs tot begin november worden gezaaid en groeit in die beschutte omstandigheden sneller.
Pluk de blaadjes eens ze groot genoeg zijn. De planten zelf kunnen dan nog doorgroeien. Wanneer ze niet door vorst gehinderd worden gaat de oogst in zachte winters gewoon door. Veldsla is rijk aan vitamines en voedzamer dan gewone sla. Het is een méér dan welgekomen verse groente in de donkere maanden van het jaar.
Er zijn 2 types veldsla: de groot- of breedbladige veldsla als "Grote Noordhollandse" en "Baval" herkenbaar aan hun grote, lichte zaden en de klein- of ovaalbladige (vaak roosjes genoemd) zoals "Groene van Cambrai", met fijner zaad. Hun teeltwijze is identiek.